Ricottavulling: doe de ricotta in een zeef bovenop een kom en plaats de kaas voor 24 uur in de koelkast (de ricotta moet zo lang mogelijk uitlekken). Haal de ricotta uit de koelkast en duw het door de zeef in een andere kom (dit maakt de ricotta lekker romig).
Voeg de kristalsuiker beetje bij beetje toe en roer de ricotta goed los. Test of de kaas zoet genoeg is en voeg meer toe als dat nodig is. Voeg de chocolade stukjes toe en verdeel ze over het mengsel. Stop de ricottavulling in een spuitzak met een groot opzetstuk en leg het opzij.
Cannolideeg
Meng de bloem, kristalsuiker, cacoapoeder en zout in een grote kom. Maak een kuiltje in het midden en voeg het ei en de boter toe, mix de ingrediënten met een vork. Voeg langzaam al roerend de wijn toe, ga verder met kneden totdat het deeg compact is.
Leg het deeg op het aanrecht en leg er een schone theedoek overheen. Laat het deeg 30 minuten rusten. Rol het deeg uit tot platte, 3 mm dikke cirkels. Wikkel de cirkels om cannoli-cilinders om de perfecte cannoli te krijgen.
Vul een grote pan met 5 tot 8 cm plantaardige olie. Verwarm de olie tot +/- 170 graden en frituur de cannoli (twee of drie tegelijk). Draai ze een paar keer om tot het deeg opgezet is en een gouden kleur heeft gekregen, dit duurt ongeveer 2 tot 3 minuten.
Laat de gefrituurde cannoli uitlekken op keukenrol. Zodra de cannoli afgekoeld zijn, kun je de cilinders voorzichtig verwijderen. Vul de deegrolletjes met de ricottavulling en bestrooi ze met poedersuiker. Bedek de ricotta met extra chocolade stukjes en serveer meteen.