Terug naar overzicht
starbucks in rome

De komst van de frappuccini

Dit voorjaar komt er een Starbucks in Rome, en dat gaat ‘heel verrassend’ niet zonder tegengeluid. Want frappuccino’s, caramel latte’s of andere zoete troep, daar zitten de Romeinen niet op te wachten. En terecht, waarom zouden Italianen het driedubbele betalen voor een ‘cappuccino grande’ bij een Amerikaanse keten, als ze zelf heer en meester zijn in koffiezetten?

Niet alleen de Italiaanse koffie past niet bij het DNA van Starbucks, ook de hele cultuur eromheen strookt niet met de manier waarop de koffiegigant werkt. En juist die maakt van het koffiedrinken zo’n heerlijk moment. Het is alsof je ’s ochtends voor je werk nog even snel de kroeg induikt. Aan een stampvolle bar nuttig je in een mum van tijd de benodigde cafeïne en in de tussentijd hoor je van alles wat de Romeinen op het hart ligt. Een gesprongen waterleiding waar niet naar wordt omgekeken of de rijzende berg afval in de straten. Laatst werd er schande gesproken over een nieuwe parkeerplaats. Nadat het asfalt strak was aangelegd, hoefden de stratenmakers enkel nog lijnen te zetten de volgende dag. Alleen was er een probleem. Ze waren vergeten de plaats af te zetten, waardoor op het moment van markeren het terrein vol auto’s stond. Geen probleem voor de mannen: ze tekenden gewoon om de auto’s heen. En zo was Rome aan het eind van de dag een vrij onlogische parkeerplaats rijker (dit is serieus gebeurd). De volgende ochtend deelde iedereen, in een paar minuten, zijn ongeloof aan de bar.

Ik smul van dit soort situaties, naast mijn cappuccino. Niks papieren bekers (en snel door), maar gewoon ter plekke uit een kopje. Geen verveelde tiener die je naam expres verkeerd schrijft, maar een barista die van de hele buurt weet wat en hoe die zijn caffè drinkt.

Geen verveelde tiener die je naam expres verkeerd schrijft, maar een barista die van de hele buurt weet wat en hoe die zijn caffè drinkt.

Niet iedereen is echter even content met de koffie hier; een Italiaanse kennis van me zweert bij Napolitaanse koffie. ‘Die in Rome is slootwater’, beweert ze. Ik vind dat nonsens, maar voor één adresje geef ik haar gelijk. Om de hoek van Campo dei Fiori schenkt een stokoud vrouwtje cappuccino die ik werkelijk niet te drinken vind. Toch kom ik regelmatig bij haar ‘een bakkie doen’. Het oude dametje loopt zo krom als een hoepel (dat ze nog bij de machine kan, verdient een fanfare), ze heeft een geheugen als een olifant en lacht altijd – maar écht altijd. Een praatje met haar doet me vaak meer goed dan een verse cappuccino. Het draait voor mij dus niet zozeer alleen om de koffie, maar zeker zo veel om de sfeer eromheen. En zo heb ik een vijftal stamkroegen verzameld die ik om en om bezoek, voor elke gemoedstoestand eentje. Heb ik zin in een praatje? In een complimentje van het andere geslacht? Wil ik snel weer weg of toch even zitten? Ik weet precies in welke van de vijf ik moet zijn.

De ophef rondom Starbucks zal me dus een worst wezen: mij zul je er niet vinden (en het grootste deel van de Italiaanse bevolking ook niet). Zolang de koffiecultuur en het straatbeeld van Rome er niet door worden aangetast, mogen ze van mij bekers vol slagroom en mierzoete siroop verkopen aan toeristen tot ze erbij neervallen. Jammer alleen, dat die toerist een van de leukste aspecten van het dagelijks leven hier mist. Maar ach, de komst van de frappuccino geeft wél weer mooi discussievoer aan de bar.

Liselotte van Leest

 

Liselotte van Leest
Een deel van onze redactie is verplaatst naar Rome. En met dat deel bedoel ik mezelf. Ik ben de gelukkige die volop mag meedraaien in het Italiaanse leven. Wat ik daar allemaal tegenkom, lees je hier. 
Vandaag: een stukje Romeinse geschiedenis dat ook vandaag de dag nog actueel is.

 

 

Fotografie: Sofie Delauw