Terug naar overzicht

‘Télèfonooo!’, waarom dit het eerste Italiaanse woord was dat Jarl leerde

‘Ik was terug op het strand van mijn jeugd, Bagno Felice in Pietrasanta, daar waar ik praktisch al mijn jeugdige zomers doorbracht en waar ik mijn allereerste Italiaanse woord ooit leerde: telefono.’

‘Signor Di Matteo, télèfonoooo,’ klonk het om de zoveel minuten vanuit de luidsprekers.

‘Télèfonoooo,’ herhaalde ik als achtjarige, terwijl er een man richting de strandtent liep. Ik stelde mij voor wat voor belangrijk heerschap er achter signor Di Matteo schuilging gezien hij zelfs in zijn zwembroek telefoongesprekken moest voeren.

Via de luidspreker
Die bewondering was precies de bedoeling, vertrouwde mijn vader mij die zomer toe. Italiaanse mannen boven de veertig die niet langer indruk kunnen maken via een woeste haardos of blokjesbuik, halen andere wapens van stal. Waarschijnlijk had signor Di Matteo een paar lires aan de strandwacht betaald om hem minstens twee keer per dag om te roepen via de luidspreker zodat hij een ereronde kon maken van zijn strandbedje naar de telefoon en weer terug. Als signor Di Matteo echt indruk wilde maken op zijn medebadgasten – dit was een truc die hij hoogstens een keer per zomerseizoen uit kon halen – dan liet hij de strandwacht omroepen dat er net een bijzonder urgent telefoontje vanuit Rome was binnengekomen. Dan klonk er opeens: ‘De minister aan de lijn voor signor Di Matteo. Signor Di Matteo, de minister wacht op u, télèfonoooo.’

Het woord schaterde de hele dag over het strand en werd onderdeel van mijn zomerse jeugdherinneringen. De luidsprekers die het woord verspreidden, hoorden bij mijn ideaalbeeld van een Italiaans strand.

Alles blijft altijd hetzelfde in Italië, op die luidsprekers die telefono omriepen na, bleek echter toen ik 25 jaar later hetzelfde strand opliep en nergens luidsprekers zeg. Zelfs op Bagno Felice regeert tegenwoordig de iPhone. De hele week lang hoorde ik niet een keer het woord telefono.

Gesprekspartner
Wel leerde ik dankzij die verandering vrij snel een nieuwe les: een van de grootste gevaren die de hedendaagse toerist tijdens een Italiaanse strandvakantie namelijk te wachten staat, is om plaats te nemen naast een oud vrouwtje dat als enige geen smartphone heeft, verder alleen maar bellende jeugd om zich heen ziet en naarstig op zoek is naar een gesprekspartner. Zoals kinderen naar de wolken kijken en nooit wolken zien, maar ridders en draken, zo zien oudere Italiaanse vrouwtjes op het strand nooit een rustig lezende Hollander, maar een mogelijkheid hun levensverhaal te vertellen.

Nooit haast
Het begon weinig alarmerend, met een glimlachje en een onschuldig grapje over de strandwacht. Maar zodra de oude dame merkte dat ik openstond voor meer, was het alsof alle opgekropte observaties over de zuidoostelijke zeebries, tot die tijd niet te delen opmerkingen over het karige ontbijt bij de strandtent en uren aan opgespaarde frustratie over de watertemperatuur, er in één ademteug uit moesten. Italianen hebben nooit haast, behalve als ze praten, dan moet opeens alles tegelijk.

Gelijk al aan het begin leerde ik dat het water van aan de Toscaanse kust tussen zeven en negen uur ’s ochtends perfect is om baby’s mee naar toe te nemen omdat er dan een ideale hoeveelheid iodine in de zeelucht zit die gunstig is voor de longetjes van hun kroost. Niet dat die baby’s dan ook echt met het water in aanraking mogen komen, ratelde de oude vrouw door, want de zee is – afhankelijk van de precieze geografische positie uiteraard – voor elf uur veel te koud om er verantwoord in te poedelen.

Toen ze even later begon over het festival van San Remo, en niet lang daarna over haar recept voor ribollita, schoot opeens die wijze les van mijn vader weer door mijn hoofd.

Terwijl de vrouw aan het babbelen was, stak ik opeens verontschuldigend mijn hand op en deed alsof ik iets hoorde. Ik pakte mijn tas, graaide daar een tijdje in rond en haalde toen triomfantelijk mijn redding tevoorschijn.

Mi scusi, signora’, zei ik. ‘Telefono’.

Bekijk ook:

Jarl van der Ploeg woonde en werkte als correspondent in Rome en schreef daarover het boek Wegens vakantie gesloten. Met ons deelt hij de hoogtepunten.