Terug naar overzicht

Waarom ‘la olandesina’ volgens Italianen tegen lage temperaturen kan

‘La olandesina heeft geen last van de kou’, verkondigen de Italianen. Onze collega Liselotte in Rome dus ook niet. Toch?!

‘Het is ijskoud vandaag,’ klaagt de bejaarde buurman tegen me in de lift. Hij wrijft zijn handen tot een kommetje en blaast er warme adem in. Koud? Het is half november en 17 graden. De zon schijnt en de lucht is strakblauw. Het is heerlijk, denk ik in stilte. Zijn vrouw was twee dagen eerder gaan wandelen in een te dunne jas, nu ligt ze ziek op bed. ‘Maar de koorts is sinds vanochtend over.’ Hoewel ik het verhaal met een korrel zout neem, knik ik meelevend en antwoord iets onzinnigs als: ‘Tja, het is de tijd van het jaar, hè?’ Het maakt namelijk niet uit wat ik zeg, niemand neemt mijn mening serieus als het op kou aankomt. ‘Ach, voor jou stelt het niet zo veel voor,’ lacht de buurman, terwijl de liftdeuren openen. ‘Jij kan nog lekker naar het strand.’

Schaatsend de kroeg in
Omdat ik geboren en getogen ben in het noorden, heerst hier het idee dat ik de winter trotseer als een Eskimo. Hun beeld van het Nederlandse weer lijkt op een schilderij van Pieter Bruegel, waarin we leren hoepelen op ijs en schaatsend de kroeg in duiken. Op het moment dat sneeuw het Colosseum bedekt en een ijzige wind waait door de palmbomen, mag iedereen rillen van de kou, behalve la olandesina. Die is het immers gewend.

Drie vlokken sneeuw
Ergens snap ik wel waarom de meeste Italianen dit denken. Tijdens een miezerbui riskeer ik elke ziekte door zonder paraplu over straat te lopen en als de winkels vanaf november gaan stoken op standje hellevuur, ben ik de enige die badend in het zweet naar buiten drijft. Ik schiet in de lach wanneer bij drie vlokken sneeuw de scholen sluiten en de politie met sneeuwkettingen rijdt. Maar dat betekent niet dat ik gevoelloos ben voor lage temperaturen.

Op het moment dat sneeuw het Colosseum bedekt en een ijzige wind waait door de palmbomen, mag iedereen rillen van de kou, behalve la olandesina

Geen poolklimaat
Inmiddels heb ik het opgegeven om dat beeld bij te draaien. Ik kan heel hard roepen dat Nederland géén poolklimaat heeft, dat ik de dag niet start met een lepel levertraan. Dat het afgelopen zomer in het noorden zelfs warmer was dan hier. Het gaat er gewoonweg niet in. En dus lach ik maar mee als de huisbaas voor de zoveelste keer grapt: ‘Jij zult de verwarming vast niet nodig hebben’. Hij merkt het vanzelf wel aan de gasrekening.

Imago van ijstaart
Na een sneeuwbui vorig jaar is mijn imago van ijstaart eindelijk scheurtjes gaan vertonen. Smakelijk lachte ik om de vrouwen die de gladde straten betraden met plastic zakjes om hun dure hakken gebonden. ‘Dat is natuurlijk het stomste wat je kunt doen,’ blaaskaakte ik in de koffiebar. Weliswaar bevestigde ik hiermee het vastgeroeste beeld van Nederland, maar eindelijk namen ze me serieus. ‘Leer haar sneeuw kennen!’ Trots stapte ik op mijn degelijke, warme laarzen naar buiten. Alleen mijn afscheid verliep niet zoals ik hoopte. In een flits voelde ik mijn rechterbeen wegglijden, terwijl mijn linkerknie het aflegde tegen de zwaartekracht. Binnen een seconde lag ik met mijn kin op de koude keien, onder toeziend oog van de Italiaanse dames op hun spekgladde schoeisel. Hoogmoed komt voor de val, letterlijk. Maar het moge in ieder geval een paar Romeinen nu wel duidelijk zijn: ik ben geen doorgewinterde Eskimo.

LEES OOK:

De beste berichten van De Smaak van Italië ontvangen? Meld je nu aan voor de nieuwsbrief!

Liselotte van Leest

Liselotte van Leest
Een deel van onze redactie is verplaatst naar Rome. En met dat deel bedoel ik mezelf. Ik ben de gelukkige die volop mag meedraaien in het Italiaanse leven. Wat ik daar allemaal tegenkom, lees je hier.