Terug naar overzicht
Calabrie

Reis mee door Calabrie vol natuur en verlaten dorpjes

In het diepe zuiden van de Laars vind je Calabrië, een relatief onbekende, ruige regio vol natuurschoon en verlaten dorpjes. Stap in en reis mee door het achterland van Reggio di Calabria.

Liefhebber Jos van den Bergh komt er al jaren en neemt je graag mee naar dit, volgens hem, onterecht vergeten stukje Italië.

Nieuwjaarsavond 1997 
Mijn eerste ervaring met Reggio di Calabria was op nieuwjaarsavond 1997. Na een zonnige jaarwisseling op Sicilië trok op die eerste avond van het nieuwe jaar de winterkou genadeloos ver Italië binnen. In Nederland leverde dat een paar dagen later de laatste Elfstedentocht op, maar in de teen van de Laars zorgde het koufront voor veel sneeuw en daarmee chaos op de snelweg naar Salerno. Geen ideale condities om in de nachtelijke duisternis nog een paar honderd kilometer over de Pollino-bergen te maken. Al op de veerboot naar het vasteland besloten we daarom niet verder te reizen en op zoek te gaan naar een goed restaurant.

Mediterrane charme
Bij aankomst in Villa San Giovanni slaan we zo rechts in plaats van linksaf en volgt vervolgens een ongeplande kennismaking met Reggio di Calabria. Koud, donker en miezerig komt de armoedige setting van de stad keihard binnen en herinner ik me vooral de vervallen straten met daar beneden de Lungomare met de mistige lampjes van Sicilië op de achtergrond. Drieëntwintig jaar terug laat Reggio zo een desolate indruk achter en alle vooroordelen over Zuid-Italië lijken op deze nieuwjaarsavond samen te komen. Pas jaren later ervaar ik de mediterrane charme die de vele uitdagingen van dit gebied toch altijd een stuk zonniger kleurt.

Aantrekkingskracht 
Op die grauwe winteravond eten we overigens geweldig in het centrum van Reggio di Calabria en na een heerlijke maaltijd in het helverlichte restaurant La Cantina della Suocera (lacantinadellasuocera.com) neem ik nog snel een kijkje in de oude stad. Overigens is ‘oud’ hier een relatief begrip, want Reggio is in 1908 vrijwel met de grond gelijk gemaakt door een aardbeving. Wellicht is ‘vervallen’ daarom een betere woordkeuze hier. In mijn herinnering blijft een troosteloze setting hangen en pas tien jaar later neem ik de moeite om terug te keren. Op dat moment is het hoogzomer en kom ik in een totaal ander Reggio aan.

Bergen boven de stad
De Stretto di Messina is azuurblauw, de altijd aanwezige wind ruist door de palmen langs de Lungomare en de straten hebben duidelijk een opknapbeurt gehad. De stad pakt mij met haar zuidelijke aantrekkingskracht daarna langzaam in, niet in de laatste plaats omdat Reggio di Calabria niet alleen de ideale uitvalsbasis is voor een bezoek aan het Parco Nazionale dell’Aspromonte, de bergen boven de stad, maar ook voor een tour langs de kust van de Magna Graecia.

De eerste hellingen  
De rondreis door het uiterste zuiden van ‘Il Continente’ zoals ze op Sicilië zeggen start daarom op de Piazza del Duomo van Reggio di Calabria en leidt ons langs de belangrijkste bezienswaardigheden naar de oostelijke havenstad Crotone. Op het plein van de dom trekt deze neo-romaanse kathedraal met zijn witte façade de aandacht. Het is een aan Maria Santissima Assunta gewijde basiliek die tussen 1917 en 1928 is gebouwd en sindsdien de bisschopszetel van Reggio di Calabria en Bova is. De forse kerk vervangt een barokke kathedraal die door de aardbeving is verwoest. Het domplein beschikt over een paar eetgelegenheden met op de hoek een geweldige ijssalon Yogorino die het royale assortiment op een futuristische draaischijf aan je voorbij laat trekken. Keuzestress gegarandeerd.

Eenvoudig leven
We lopen vervolgens nog even naar de Lungomare, begroeten de contouren van Sicilië en zetten dan koers naar het wintersportdorp Gambarie. Eenmaal in het binnenland stijgt de weg snel mee met de eerste hellingen van de Aspromonte. Talrijke haarspeldbochten volgen en ondertussen lijkt de tijd in de afgelegen dorpjes Sant’Alessio en Santo Stefano in Aspromonte te hebben stilgestaan. Hier wordt eenvoudig en gelukkig leven nog op waarde geschat, staan er geen dikke premiumauto’s voor de deur, maar ploft de hond gewoon op de bank van een stokoude Fiat 131. Ook de zwarte kentekenplaten met de provinciale afkorting ‘RC’ zijn hier nog schering en inslag en verder onderweg naar boven moeten we remmen omdat een dorpsmamma juist met haar moestuinopbrengst de weg oversteekt. Nauwelijks een halfuur weg van Reggio wordt er een heel ander leven geleid.

Ski’s onderbinden 
Een paar dorpen verderop ligt vervolgens het bergplaatsje Gambarie. Een dorp met een ineens een totaal andere uitstraling dan de eerdere plaatsen. Hier bepalen de dichte bossen en de hoge ligging de sfeer. Daarbij zijn er een paar skiliften en kun je in de koude periode wintersporten op de pistes. In de zomer valt dat nauwelijks voor te stellen maar tussen december en maart lukt het hier prima de ski’s onder te binden en een afdaling te maken. Ook vanwege de bouwstijl van de huizen waan je jezelf hier eerder in een Alpendorp dan in het zuidelijkste puntje van de laars. Stel je verder niet teveel van het plaatsje voor. Wat hotels, een centraal plein met wat horeca en dan kun je al snel doorrijden naar het natuurpark van de Aspromonte.

Fraaie vergezichten
Dit beschermde park kenmerkt zich door dichte bossen aan de hoge westkant en naar mate je meer naar beneden rijdt, doemen er fraaie vergezichten op. Midden in het park ligt de 1955 meter hoge Montalto. Het hoogste punt van de Aspromonte met eersteklas uitzicht op de Etna, die hier hemelsbreed zo’n honderd kilometer vandaan ligt. Op de berg heb je trouwens niet het idee dat deze bijna 3500 meter hoge vulkaan op Sicilië ligt. Voor je gevoel kun je ‘m bijna aanraken. 

Bova’s borgo più bello 
Vanaf de Montalto dwalen allerlei bergweggetjes af naar de kust. Vergis je hierbij niet in de afstanden en zorg voor voldoende brandstof aan boord, want tanken kan hier vrijwel nergens. Er zijn vanaf de Montalto diverse routes om de bergen te verruilen voor de zee. Je kunt bijvoorbeeld de weg naar het zuiden in de richting van Melito di Porto Salvo nemen en onderweg een paar echte pareltjes van Grieks Calabrië meepikken. Deze variant brengt je bijvoorbeeld bij de verlaten borgo van Amendolea. Het dorp is sinds de jaren vijftig verlaten en de restanten liggen met magistraal uitzicht hoog boven de fiumara, een rivierbedding die ’s zomers droogvalt maar in de winter kolkende waterstromen naar zee brengt.

Moegestreden door aardbevingen en overstromingen besloten de laatste bewoners hun geluk elders te gaan zoeken. Vandaag kun je te voet naar hun ruïnes wandelen.  

Puur Italiaans
Na Amendolea rijden we vervolgens via het bijna 1000 meter hoog gelegen Roccaforte del Greco richting Bova, één van de mooiste dorpscentra van dit gebied. Beide plaatsen zijn niet veel groter dan 500 inwoners en kampen ook al jaren met leegloop. In Bova trok de afgelopen 25 jaar bijna een kwart van de bevolking naar betere oorden. Vooral de jongeren hier zien niet langer een toekomst in dit verlaten gebied waar oude tradities en de Ndrangheta-maffia nog onderdeel van het leven zijn. Dat neemt niet weg dat Bova één van de borghi più belli d’Italia is en je niet snel een puurder Zuid-Italiaans zal aantreffen. De op de berg geplakte huizen verbazen je hier subiet.

Een dobberend dorp 
Een alternatieve route om vanuit het hart van de Aspromonte de kust van de Magna Graecia te bereiken is de kronkelweg die via San Luca in Aspromonte bij de Fiumara Bonamico uitkomt. San Luca leeft, zoals de gezaghebbende krant La Repubblica een paar jaar terug schreef, ‘in de schaduw van de misdaad’. Verschillende clans in het dorp liggen al jarenlang met elkaar overhoop en het prachtige renaissancekerkje op de uitlopers van de bergen, is menig maal het toneel van grof geweld geweest. Kenmerkend voor de situatie is dat niemand zich bij de laatste lokale verkiezingen kandidaat stelde. En dat terwijl de termijn van het zittende bestuur al lang verlopen is en het bergdorp nu stuurloos dobbert. Snel verder rijden naar de kust dus, al heb je als toerist geen last van deze lokale perikelen. Daarbij moet gezegd worden dat de route naar San Luca oogstrelend mooi is en vaak prachtige verzichten richting de kustlijn van de Magna Graecia biedt. Waar je vervolgens ook beneden aan de brede kustroute van Reggio di Calabria naar Crotone arriveert, het verdient sowieso de aanbeveling naar het oosten af te slaan. In deze richting liggen namelijk de bezienswaardigheden en daarbij zijn de levendige kustplaatsen een ideale stopplaats voor een etentje of overnachting.  

Byzantijns Gerace 
Niet ver na de splitsing van de kustweg met de route vanuit San Luca naderen we bij Locri de afslag naar Gerace. Een stad die uit een veel toeristischer vaatje tapt dan San Luca en sinds mensenheugenis een belangrijk oord met zowel een Griekse als Byzantijnse historie. Ooit kende deze stad met 3000 inwoners maar liefst zestig kerken, waarvan er vandaag nog een tiental over zijn. De belangrijkste is de Cattedrale Santa Maria Assunta, de grootste duomo van Calabrië en kunsthistorisch vanwege de byzantijnse invloeden erg interessant. De kerk staat er al sinds het jaar 1045 en is onder andere gebouwd met oude pilaren van een Griekse tempel. In de Chiesa San Francesco is het praalgraf van de vader van Koningin Paola te bewonderen.

Prachtig uitzicht
Voor de rest is Gerace een schilderachtige borgo met vanwege de hoge ligging prachtig uitzicht op zowel de Aspromonte als de kustlijn richting Catanzaro. Aan het einde van de Via Duomo is een bar waar je iets kunt drinken en als je verder de Via Zaleuco inloopt zijn er diverse winkels met lokale producten. Gerace is daarom een bezoek meer dan waard. 

Bronzen beelden uit zee 
Locri, bij Gerace terug aan zee, is tegenwoordig een levendige badplaats met mooie stranden, maar vroeger lag hier het Griekse Locris. Een intellectuele kolonie waar dichters en filosofen nadachten over het leven. Toen de Grieken hier eenmaal verjaagd waren, zijn de restanten van hun tempels gebruikt voor de bouw van de kathedraal van Gerace. Gezien het hoogteverschil moet dat een hele klus geweest zijn. Nu is Locri vooral een aangename plek om van het azuurblauwe en extreem heldere zeewater te genieten. Op de brede zandstranden is het heerlijk toeven en buitenlandse toeristen zie je hier zelden.

Nationaal monument
Na Locri vervolgen we onze reis langs de kust en al snel valt op dat elke badplaats hier een hoger op de berg gelegen historische kern heeft. Zo zijn Caulonia Superiore en Riace prachtige Calabrese bergdorpen en zeker een korte visite waard. Bij Riace werden trouwens in augustus 1972 twee bronzen beelden uit de Griekse tijd opgedoken. De beelden uit 450 voor Christus verkeren nog altijd in goede staat en zijn nu in het Nationale Museum van Reggio di Calabria te bewonderen. Een stuk verderop ligt Stilo, een dorp dat een slag groter is dan de borghi die we tot dusver hebben gezien maar een must-see op deze rondreis langs de zuidkust is. Ook Stilo ligt weer op een betoverend mooie locatie tegen de Aspromonte-uitlopers gesitueerd. Het oude centrum, het Noormannenkasteel en diverse kerken zorgen hier voor de beloning van de wandeling. De absolute topattractie is de Cattolica di Stilo (Via Cattolica), het byzantijnse kerkje dat als nationaal monument is bestempeld. 

Heerlijk toeven 
Verder op weg naar ons eindpunt bij Crotone volgt er eerst een vlakker gebied waarin je via de provinciehoofdstad Catanzaro de doorsteek naar het toeristisch bekende Tropea en de luchthaven van Lamezia Terme kunt maken. De kustweg voert hier van lido naar lido en buiten een stop voor een lunch of een hotel aan zee is dit niet het meest aantrekkelijke gebied van de Calabrese zuidkust. Al wordt de omgeving nergens echt lelijk, pas richting de havenstad Crotone zijn er weer een paar echte bezienswaardigheden. Het dorpje Le Castella bijvoorbeeld met zijn 16e-eeuws Castello Aragonese dat als eiland in zee ligt. Je bereikt deze bezienswaardigheid door een gezellige straat met leuke winkels.

Fraaie kustlijn
Le Castella is als een van de weinige badplaatsen mooi opgeknapt voor de toeristen en het biedt daarom talrijke goede restaurants, zoals La Calabrese (Via Duomo 85). Ook kun je er boten huren en daarmee de fraaie kustlijn vanaf zee bekijken. Hier is het op een zomeravond heerlijk toeven en zeker als de zon laat ondergaat kun je deze bij het kasteel achter de fraaie kustlijn van Grieks Calabrië zien zakken. Een romantisch tafereel waarvoor veel toeristen naar Le Castella komen. Iets verderop in de gemeente Isola di Capo Rizzuto, een levendig en typisch Zuid-Italiaans marktplaatsje, liggen de landtongen van Capo Rizzuto en Capo Colonna. Na deze laatste punt in zee verdampt vervolgens langzaam de toeristische aantrekkingskracht van dit gebied en komt de havenstad Crotone in zicht. Een prima startpunt voor een dagtocht naar de mooie borgo van Santa Severina of een dag mountainbiken in dat andere berggebied, de Sila Grande, maar ook de plek waar de wankele balans tussen toeristische ambities en structurele Mezzogiorno-problemen ineens weer heel zichtbaar is. Schoonheid en gedoe liggen in de achtertuin van Reggio di Calabria nu eenmaal dicht bij elkaar.

Uit eten

La cucina calabrese 
De keuken van Calabrië is een heerlijke combinatie van vis en vlees. Vis die in de kleine haventjes langs de kust dagelijks aan wal wordt gebracht, vleesgerechten uit de bergstreken van de Aspromonte en de Sila. De klok slaat vanwege de armoede veelal eenvoudige gerechten, ook zijn er invloeden vanuit de Griekse en Siciliaanse keuken te ontdekken. Calabresi zijn daarbij niet vies van pittig eten en rond Tropea zijn er talrijke gerechten met de Cipolla di Tropea, de rode Tropea-ui.

Zwaardvis
Probeer zeker ook de Pesce Spada (zwaardvis) als secondo piatto. Zwaardvis kun je bijna overal eten in Calabrië. In verband met de geografische situatie en de grote klimaatverschillen zijn er ook veel geconserveerde gerechten zoals ingemaakte groenten en gedroogde worsten onderdeel van de Calabrese keuken. De morseddhu is een lokaal ontbijt van gemaald varkens- en orgaanvlees dat op brood wordt gesmeerd. Van de Grieken komt de auberginemoes en lokale pastasoorten zijn er ook genoeg. Uit eten gaan is daarbij er erg goedkoop.

Aanraders zijn ristorante La Terrazza in Gerace (ristorantelaterrazzagerace.it). Ook Al Borgo di Marcello Mafrics in de oude borgo van Bova biedt excellente kwaliteit (Via Borgo 21). Tot slot is La Calabrese in Le Castella een heerlijk authentiek Calabrees restaurant, in de zomer vaak met wachtrij dus reserveren loont hier (hotellacalabrese.it).  

Overnachten

Hier wil je wegdromen…
1.Reggio di Calabria heeft diverse goede overnachtingsmogelijkheden zoals bijvoorbeeld Medinblu met hun mooie rooftop of het kleurrijke Villa Lavinia (villalavinia.it). 

2. Accommodaties vind je ook genoeg in de kuststrook bij Locri of aan de Costa Viola bij Scilla. B&B La Veduta doet daar met een topbeoordeling haar naam eer aan en biedt vanaf de ‘paarse kust’ uitzicht op zee en de beroemde zonsondergangen (laveduta.eu).

3. In het nationale park van de Aspromonte zijn er nette accommodaties bij Gambarie beschikbaar. Grande Albergo Gambarie (grandealbergogambarie.com) en (4) Hotel Miramonti (hotel-miramonti.com) zijn van die hotels die je ’s winters helemaal het wintersportgevoel geven maar in de zomer een prima uitvalsbasis zijn.

5. Authentiek overnachten doe je tot slot bij Palazzo Candida midden in de oude stad van Gerace (palazzocandida.it).  

BEKIJK OOK:

  • Jos van den Bergh (1973) werkt al jaren in de Nederlandse mediawereld maar komt al minstens zo lang in elke uithoek van de Laars. Voor ons blijft hij dat nog even doen, rijdt hij kriskras door de Laars en deelt hij zijn tips over de talrijke zondagse ontdekkingen die het land rijk is.