‘Soms voelt het ’s nachts struinen door een verlaten stad als een vorm van escapisme. Het voelt zelfs een beetje of ik, door de lens van mijn camera, het oude, mytische Rome voor heel even weer tot leven kan roepen. Als de straten leeg en stil zijn en het licht zachtjes uit de lantaarns schijnt, ontstaat er zo’n prachtig spel tussen licht en donker dat ik mijn dagelijkse routines even vergeet. Dat gevoel heb ik in het daglicht minder, ook omdat de stad dan meer wordt gedomineerd door chaos en toerisme. Behalve dan misschien tijdens de coronapandemie, toen de straten voor het eerst volkomen verlaten waren.’