Terug naar overzicht
puglia

Eten, zonnen en slapen in Puglia

De kuststreek onder de Zuid-Italiaanse stad Bari (Puglia) heeft het allemaal: een kristalheldere zee, geweldig eten (en wijn!), witte dorpjes, een prachtige natuur en heel veel zonuren. En laat dit nou nét die eigenschappen zijn waar wij zo van houden. Tijd dus om af te dalen naar de hak van de laars.

In dit artikel

 

pugliaOnze eerste stop is Polignano a Mare, een eeuwenoud pareltje dat boven de zee verheven ligt. Het dorp bestaat uit smalle steegjes, levendige pleinen en gezellige cafeetjes. We nemen plaats op een van de terrasjes aan het charmante Piazza dell’Orologio, in het hart van het oude centrum. De zondagochtenddienst is hier in volle gang en dat merk je zelfs buiten de kerk: kleine meisjes rennen rond in witte jurkjes en zwarte lakschoentjes, mannen strak in pak dragen een grote zonnebril (ook binnen) en de oudere dames zijn volledig in zwart gestoken. De kerkgangers lopen zo nu en dan naar buiten om een praatje te maken of een sigaartje te roken op het plein en daarna weer naar binnen om uit volle borst een psalm mee te zingen. Met de luide orgelmuziek erbij lijkt het een scène uit The Godfather. We zijn overigens niet de enigen die deze scène nauwlettend aanschouwen. Eén inwoner heeft zelfs zijn keukenstoel mee naar buiten genomen om dit schouwspel, afwisselend met de krant van gisteren, te volgen. Als we de ober vragen of er vandaag een speciale mis is, omdat iedereen zich zo uitgedost heeft, schudt hij verbaasd van niet. ‘Het is gewoon zondag, dan kleed je je toch voor de mis?’

Met de luide orgelmuziek erbij lijkt het een scène uit The Godfather

Paradijs voor de visliefhebber

Hoewel je in Polignano zelf ook heerlijk kunt eten, moeten visliefhebbers zeker even de auto pakken naar Da Tuccino. Dit familierestaurant ligt net buiten het centrum, in Polignano Nord. Hier begon papà Vito al in de jaren 60 met het verkopen van rauwe mosselen en zeevruchten vanuit een houten hut op het strand. Niet veel later begon mamma Tonetti er ook warme gerechten als pasta en gegrilde vis klaar te maken en groeide de hut uit tot een luxe, doch laagdrempelig restaurant. Vandaag ontmoeten we zoon, en fervent wijnliefhebber, Pasquale voor de zondagse pranzo. Van hem moeten we zowel die rauwe schelpdieren als warme gerechten proeven, mét passende wijn uiteraard. We krijgen eten voor een weeshuis voorgeschoteld: pasta met zeevruchten en een schaal vol rauwe mosselen, oesters, venusschelpen, gamba’s, langoustines en zelfs zeesponzen, taratuffi genaamd. Allemaal even lekker. Oké toegegeven, de bittere zeespons zullen we niet gauw een tweede keer bestellen. Net als we denken dat we rustig kunnen bijkomen, wordt het neusje van de zalm gepresenteerd: inktvis gegaard in primitivowijn met gember. Pasquale: ‘Deze moet je echt nog even proberen. Onlangs hebben we het geserveerd aan acht bekende Italiaanse sterrenchefs die hier een bijeenkomst hadden. Verrukkelijk vonden ze het.’ Daar durven we natuurlijk geen ‘nee’ tegen te zeggen en dat is maar goed ook: de inktvis is overheerlijk. Dat Italiaanse sterrenchefs weten wat lekker is, blijkt maar weer.

Bij omapuglia

De volgende dag is het tijd om nog meer te proeven, maar dit keer gaan we voor binnenlandse specialiteiten. In de Alto Salento, het noorden van de populaire Salentostreek, ligt het kleine dorpje San Vito dei Normanni. Dit plaatsje bezoek je niet zozeer vanwege de culturele bezienswaardigheden (die zijn er namelijk vrij weinig), maar vanwege de authentieke lokale keuken. Iemand die daar alles over kan vertellen is Luigi Errico. Luigi leidt samen met zijn broer het populaire dorpsrestaurant Nonna Mena in de voormalige huiskamer van zijn oma, vandaar de naam. Hij is erg geliefd in het dorp, iedereen zwaait even naar hem of maakt een praatje  ̶  mocht zijn restaurant hem ooit gaan vervelen, dan zou hij zich zo kandidaat kunnen stellen voor burgemeester. Vandaag neemt hij ons mee op pad in het paradijs van het slow food en laat ons de plekken zien waar hij zijn producten haalt voor Nonna Mena.

Mozzarella moet je zo vers mogelijk eten, het liefst zo uit het kaasbad

Mozzarella fresca fresca

Als eerste bezoeken we de caseificio, kaasmakerij, van Fabrizio. Terwijl naast ons twee stevige vrouwen burrata kneden in een grote tobbe, legt Fabrizio in het kort de belangrijkste ‘kaaswetten’ uit: ‘Hoe meer zout je aan een kaas toevoegt, hoe langer hij houdbaar is. Harde, zoute kazen als pecorino kun je daarom prima exporteren en in Nederland nog eten. Voor mozzarella of burrata geldt echter een ander verhaal. Hier wordt geen zout aan toegevoegd en daarom dien je de kazen zo snel mogelijk te eten, het liefst vers van de kaasboer. Je kunt mozzarella nog wel eten tot vijftien dagen, maar of dat lekker is? Zonde, eerder.’ Om zijn woorden kracht bij te zetten, haalt Fabrizio twee handen vol warme bollen uit de tobbe. Er is geen ontkennen aan: burrata zό zacht en smaakvol eet je maar zelden…

Pastafabriek de Deegroller

De volgende stop is pastafabriek Al Mattarello.  Ooit maakte moeder Ligorio hier acht kilo pasta per uur met de hand, nu wordt er machinaal 200 kilo per uur geproduceerd. Van het meel tot verse orecchiette, oortjespasta, duurt slechts 35 minuten. De ouderwetse mattarello (deegroller) komt er dus niet meer aan te pas. Luigi koopt hier zelf ook deegwaren voor zijn restaurant. ‘Natuurlijk maken we ook pasta a casa. Maar als je elke dag lunch en diner serveert, en verschillende soorten op de kaart hebt staan, moet je wel bij kopen.’ Dan is het tijd om alles bij elkaar te gaan proeven en dat doen we uiteraard in de huiskamer van oma Mena. Hier wacht Luigi’s broer Antonio al ongeduldig op de boodschappen, waarmee hij voor ons een uitgebreid menu van streekgerechten op tafel tovert. Van kaas met sinaasappeljam tot paardenvlees en van rapen tot mozzarella met granaatappelpitten en poedersuiker.

pugliaSlechts op bezoek

Een andere toeristische trekpleister in dit gebied is het mooie Monopoli, waar we de volgende ochtend inchecken in het nog charmantere Dimora Don Ferrante. Een geweldig hotel gevestigd in de oude stadsmuur, met hét uitzicht van het dorp én een zwembad op het dak. Op aanraden van hotelmanager Valentina lopen we een rondje door het centrum, langs het gezellige Piazza Garibaldi vol terrasjes, het Castello Carlo vanwaar je een mooi uitkijkt op de haven, de cattedrale (die verrassend groot is vanbinnen!) en het Piazza Palmerieri. Allemaal must sees, maar het allerleukst is om door de steegjes te dwalen en het dagelijks leven te aanschouwen, om vervolgens de honger te gaan stillen bij Lido Bianco. We lunchen hier op het beste terras van het dorp, op een vlakke rots net boven de diepheldere zee. De vis is verser dan vers en lijkt zo uit het water op ons bord te zijn gesprongen – wat in theorie ook mogelijk zou zijn – maar de chef heeft er toch nét even zijn eigen draai aan gegeven. We eten vis in allerlei combinaties: gefrituurd, rauw en in de pasta. Ook maître Damiano heeft zijn best gedaan in de keuken; speciaal voor ons heeft hij zijn polpo al Ferrari  gemaakt, gepaneerde inktvis die supersnel in de frituurpan wordt gedoopt. Wie dit restaurant met honger verlaat, verklaren wij voor pazzo.

Folklore in Puglia

Aan het eind van de dag bezoeken we Masseria Garrappa, gelegen tussen de olijfgaarden nabij Monopoli. Waar we zijn uitgenodigd voor de pizzica, de traditionele Pugliese volksdans. Deze dansen we, met ons Noord-Europese gevoel voor ritme, liever niet zelf, maar laten we over aan de bedreven inwoners. Er gaan verschillende verhalen over de geschiedenis ervan. Een daarvan is het eeuwenoude verhaal van de giftige spinnenbeet die vrouwen krankzinnig en ongelukkig zou maken. Eenmaal gebeten moesten de vrouwen in extase dansen om zich zo te ontdoen van het kwaad dat de spin had ingespoten. Maar er was lang niet altijd sprake van een beet, vrouwen fingeerden ’m om zo vrijuit te kunnen dansen. De Kerk heeft decennialang tevergeefs geprobeerd deze losbandige dans uit te bannen. Na de dans nodigt eigenaar Roberto ons uit om in het bijbehorende restaurant te blijven eten, waar la mamma heerlijke gerechten bereidt met producten van eigen grond. De fles wijn op tafel komt van een klein lokaal wijnhuis en het likeurtje achteraf is zelfgemaakt. We hebben niets te klagen dus. Integendeel. Deze avond typeert precies deze mooie streek: ontzettend vriendelijke mensen, eeuwenoude tradities, prachtige plekken en verrukkelijk eten. En alsof dat nog niet genoeg is, hebben de inwoners ook nog (bijna) altijd mooi weer. Zucht…

GIDS

4x strand

Wie dit gedeelte van Italië bezoekt, kan niet om de Caribisch blauwe zee en fijne zandstranden heen. Nu het gebied populairder wordt bij toeristen, schieten de strandtenten als paddenstoelen uit de grond. Dat betekent dat je moet betalen om op bepaalde stranden te komen, maar dan kun je wel gebruik maken van allerlei faciliteiten. Er zijn ook openbare stranden, maar die zijn over het  algemeen minder aantrekkelijk – op de stranden in beschermd gebied na.

• Lido Sabbiadoro – oftewel goud zand. Een fijne strandtent met alle faciliteiten die bij een stranddag horen. lidosabbiadoro.com

• Lido Torre Egnazia – populaire spot aan het strand van Capitolo. Contrada Losciale 70/C, Monopoli

• Lido Santo Stefano – privéstrand in een kleine baai. Contrada Santo Stefano, Monopoli

• Spiaggia di Porto Ghiacciolo – publiek strand aan de rand van een oude burcht. Porto Ghiacciolo, Monopoli

4x eten

Da Tuccino, Polignano a Mare
In Polignano eet je de lekkerste vis bij Da Tuccino, net buiten het centrum. Een absolute aanrader voor wie ‘goed eten op vakantie’ hoog in het vaandel heeft. Via Santa Caterina 69/F, Polignano a Mare, tuccino.it

Lido Bianco, Monopoli
Een terras waar je u tegen zegt en gerechten waar je je vingers bij opeet, dit alles vind je bij Ristorante Lido Bianco. Wie een bezoek brengt aan Monopoli, mag deze plek beslist niet overslaan. Via Procaccia 3, Monopoli, ristorantelidobianco.com

Nonna Mena, San Vito dei Normanni
Alle principes van de Slow Food-beweging komen hier bij elkaar. Subliem eten met respect voor de omgeving én voor de gasten, want die profiteren daar bij Nonna Mena toch wel het meest van. Viale della Libertà 45, San Vito dei Normanni, lalocandadinonnamena.com

Mint Cucina Fresca
Een absolute must try! Een piepklein restaurant met een mierzoet interieur en superlekker (biologisch!) eten. Mint wordt gerund door Fabrizio, een banketbakker uit Trentino, en zijn geliefde Liu, een architecte uit Brazilië. Die combinatie zie je zowel terug in het decor als op je bord, mét een Apuliaans sausje erover. Denk aan kleurrijke gerechten als salade met perzik en zalm of een vegetarische burger met spaghetti van seizoensgroenten. Altijd versierd met, jawel, een blaadje munt. Uiteraard sla je bij een bezoek aan bakker Fabrizio het toetje niet over, dat hier als  kunstwerkje geserveerd wordt. Mint is niet een typisch Italiaans restaurant, maar wel één die je je lang zult blijven herinneren. Via S. Benedetto 32, Polignano a Mare, mintcucinafresca.com

Kijk hier voor fijne slaapadresjes in deze streek!

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Onze reizen naar Puglia


Lees hier meer over Puglia

beste restaurants van Lecce

Citytrip: waar moet je eten in Lecce?

De Smaakredactie selecteert in CITYTIPS iedere week de beste tips voor weekendjes weg in de hele Laars: van Milaan tot Lecce en van Turijn tot Palermo. Dit keer selecteerden we de beste restaurants van Lecce. Onze restauranttips In Lecce kun je

Lees verder »