Terug naar overzicht
Liselotte in Rome

Bloed, geloof & tranen

Rome is voor mij de mooiste stad ter wereld. Ik hou van haar en van alles wat daarbij komt kijken. Oké toegegeven, tegen het altijd tergend lang wachten is mijn geduld niet opgewassen, maar buiten dat is er weinig wat ik niet adoreer. Ook het chaotische verkeer, de gemakzucht en de mannen die steevast in de metro hun zonnebril ophouden vind ik prachtig. Maar er is één ding waar ik (stiekem) het meest van hou en dat is de rol van de Katholieke Kerk hier.

Hoewel ik ben opgegroeid in Brabant, heb ik vrij weinig meegekregen van het katholicisme. Op mijn katholieke basisschool kwamen we niet verder dan elk jaar een wit piepschuimen kerststal (wie verzint zoiets ongezelligs?) en zo nu en dan kleurden we wat bijbelfiguren in. Het is dus best merkwaardig dat ik mijn minuscule katholieke hart toch voel kloppen als ‘ie in Rome is.

En met meer dan 900 kerken in de stad, kan ik mijn geluk niet op. Zoals hippe koffietenten hun interieur tegenwoordig opvrolijken met een paar (hang)planten, schoolstoelen en een barista met baard, deden de Romeinse kerken dat eeuwen terug al met enorme plafondschilderingen, gouden tierelantijnen en kunstwerken van meesters als Caravaggio, Michelangelo en Bernini. Beide partijen met hetzelfde doel: volk trekken. In Rome gaat dat al heel lang heel goed, ongeacht welke trend er gaande is. Maar hoe kan het ook anders als er zoveel moois te zien is in die kerken. Misschien komt het doordat ik het jaren heb moeten doen met een wit piepschuimen kerststal, maar ik vind ze allemaal even schitterend.

Misschien komt het doordat ik het jaren heb moeten doen met een wit piepschuimen kerststal, maar ik vind ze allemaal even schitterend.

Waar ik ook dolblij van word, zijn de merchandise stores van de Kerk. Waar ter wereld vind je nu een winkel met posters van paus Franciscus die een vredesduif loslaat, kalenders waar op elke maand een knappe priester prijkt en armbanden versierd met foto’s van wijlen Johannes Paulus II? (Benedictus zie je overigens verdacht weinig terug). Heerlijk vind ik het om rond te lopen tussen de Mariabeeldjes, de T-shirts van Padre Pio en mini-pausmobiels. Nooit koop ik wat − ik ben niet eens gedoopt − maar het idee dat oude Italiaanse vrouwtjes sparen voor die grote marmeren Johannes met gouden mijter en tabbert vind ik heel lief. Kortom, ik hou van de sfeer rondom de Kerk.

Maar soms lijkt het alsof ik in een andere wereld ben beland. Zoals vorige week. Tijdens het knoflook snipperen voor mijn pastasaus, werd mijn aandacht getrokken door een discussie op tv. In deze show beweerde ene Ludovico Pedone dat hij, sinds een bezoek aan een katholiek pelgrimsoord in Bosnië, elke vijfentwintigste van de maand tranen van bloed huilt. Bovendien vertonen zijn handen daarbij wonden alsof ze aan het kruis genageld zijn. Het is zo heftig dat hij maandelijks in het verband moet. ‘Pure oplichterij!’, schreeuwde de sceptische co-presentator. ‘Een schande voor ons geloof!’ De knoflook liet ik even voor wat ‘ie was en ik trok er een fles wijn bij open. Ludovico deed zijn verhaal met behulp van een satellietverbinding vanuit huis en werd in de studio bijgestaan door ex-frater Padre Cionfoli. ‘Ludovico spreekt de waarheid, ik heb het zelf gezien. Het bloed stroomde uit zijn ogen. Én het rook naar rozen!’ In team Ludovico zat ook een kale, gezette vrouw die om een onbekende reden haar jas onder de felle showlampen aanhield. Zij stond pal achter hem. Het geloof kende volgens haar meerdere mysteries, zo verscheen elke dag de Heilige Maagd aan haar bed…

‘Ludovico spreekt de waarheid, ik heb het zelf gezien. Het bloed stroomde uit zijn ogen. Én het rook naar rozen!’

Opeens bedacht ik me: zo zou televisie eruit hebben gezien als deze voor de jaartelling al bestond! Ik zag het helemaal voor me: ‘Mozes, je splitste dus die zee in tweeën. Kun je ons, na de reclame, uitleggen hoe dat gebeurde?’

Ondertussen liepen de gemoederen in de studio hoog op. Het verhaal zat zowel de katholieken die het geloofden als die het niet geloofden duidelijk hoog. ‘Het is een wonder; artsen kunnen zelfs niet eens de bloedgroep bepalen!’ voerde il padre aan. Om bloedgroeploos bloed zou ik mij eerder zorgen maken, maar in de studio ging het maar over één kwestie: waar of niet waar? Toen de presentatrice de zaal eindelijk stil had, vatte ze de discussie samen in drie opties: a) het is daadwerkelijk een mysterie b) Ludovico heeft de zeldzame ziekte waarbij je bloed kunt huilen c) het is grote lariekoek. Wat de kijker ervan vond, mocht-ie zelf bepalen. Op 25 november is in ieder geval iedereen uitgenodigd om mee te kijken naar de al dan niet wenende Ludovico.

Of de beste man nu de waarheid spreekt of niet, het laat maar mooi weer zien dat het geloof hier een stuk boeiender is dan enkel elke zondag Nederland zingt op televisie. Mijn piepkleine katholieke hart houdt het hier voorlopig wel uit.

Liselotte

Ps. Benieuwd naar de huilende Ludovico? Bekijk dan dit filmpje: